Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zich de koning gezet had op zijn zitplaats, [51]op dit maal gelijk de andere maal, aan de stede bij den wand, [52]zo stond Jonathan op, en Abner zat aan Sauls zijde, en Davids plaats werd ledig gevonden. 51. Hebreeuws, gelijk maal in maal; gelijk Num.24:1, en Richt.16:20. 52. Te weten, opdat hij Abner de eer doen zou, dat hij hem liet bovenaan zitten, want Abner was Sauls oom, en daarenboven ook zijn veldoverste.